Proctoring als laatste redmiddel
Vice-decaan en hoogleraar Koen Caminada geeft iedere maand in een persoonlijk blog zijn visie op en mening over zaken die spelen binnen de Faculteit Governance and Global Affairs en het onderwijs.
‘Digitaal toezicht bij een tentamen of toets op afstand, oftewel proctoring. Ik denk dat gedurende dit coronajaar haast nergens zoveel over gepraat is als over deze omstreden controletool. Maar hoe vaak denk je dat we proctoring binnen onze faculteit tot nu toe hebben gebruikt? Slechts één keer. En dat willen we graag zo houden. In dit blog ga ik in op de alternatieven, redenen om het niet én wel te gebruiken en kijk ik vooruit.
Hoe gaan we tijdens een pandemie als alles online moet, de kwaliteit van ons onderwijs waarborgen én fraude en plagiaat tijdens toetsen voorkomen. Proctoring is dan één van de mogelijkheden. Het gekke is dat er dan meteen een Pavlovreactie optreedt. Er is weerstand. Bij studenten, docenten, iedereen. Mensen denken dat het dan meteen voor altijd, elk vak en voor iedereen geldt. Dat is helemaal niet zo. Je hebt alleen met een dilemma te maken, je wilt de mogelijkheid alleen inzetten als laatste redmiddel, als het echt niet anders kan. Want het alternatief is zoveel slechter: helemaal geen toets, het vak niet kunnen afmaken en mogelijk studievertraging.
Daarom hebben we gezegd: We doen het niet, tenzij het echt niet anders kan. We hebben allerlei alternatieven bedacht. Als eerste ga je de tentamenvormen omzetten en deels vervangen. Het ‘op afstand toetsen’ krijgt een kleiner gewicht in het totale deel van je prestatie. We doen alleen toetsvormen die je ook echt thuis kan maken. Een openboektentamen bijvoorbeeld. Geen toetsen met alleen meerkeuzeopties, maar binnen een tentamen meerdere soorten vragen, een essay, kennisvragen en multiplechoicevragen. Of we laten toetsen maken onder tijdsdruk, zodat er geen tijd is om samen te spannen.
Ook hebben we nog een gedragselement toegevoegd; we laten de studenten voor ze thuis een toets gaan maken een Verklaring van Originaliteit afgeven. Daarin zeggen ze: ik werk niet samen, heb het alleen gedaan en volg de spelregels. Uit de gedragswetenschap weten we dat dat toch een drempel opwerpt om vals te spelen.
Natuurlijk weten we dat studenten wel gingen anticiperen en inmiddels gewend waren aan de thuiswerkomstandigheden. We konden niet uitsluiten dat er toch werd samengewerkt. Daar gingen de docenten dan weer op inspelen, een kat-en-muisspel soms. Met als gevolg dat er meerdere varianten werden gemaakt van een toets, zodat de kans kleiner is dat je tegelijkertijd met je studiegenoot waar je mee aan het appen bent bij dezelfde opgave bent. Dat werd een one-waytentamen. Je moet direct antwoord geven op de vraag waar je bent. Er is geen weg terug dus je hebt niet de kans om even wat vragen over te slaan en later weer terug te keren als je er rustig over nagedacht hebt. Erg vervelend natuurlijk en ook didactisch niet wenselijk. Maar het alternatief is proctoring en dan kijkt er dus iemand met je mee. Dat wilden wij niet en studenten ook niet. Die begrijpen ook wel dat als je te veel ruimte laat om fraude te plegen je papiertje uiteindelijk ook minder waard is. Maar het zorgde ook voor meer druk. Meer toetsen betekende meer studeren voor studenten en meer nakijkwerk voor docenten.
Acht keer in het afgelopen jaar hebben we het verzoek gehad om toch proctoring toe te passen en we zijn erin geslaagd om in zeven van de acht keer een alternatieve toetsvorm te bedenken. Alleen voor een vak bij LUC hebben we een uitzondering gemaakt. Daar zag ik echt geen andere mogelijkheid dan tot proctoring over te gaan. Het gaat dan om een bepaald onderdeel van een toets waar ook woordenschat van belang is. We hopen dat het hierbij blijft, want zoals eerder gezegd: het blijft de laatste optie. Studenten moeten ons het vertrouwen geven dat we zoeken naar de beste oplossing voor iedereen.
We denken nu na over de vormen van de laatste tentamens in de toekomst. We hebben natuurlijk heel veel geleerd en zijn samen tot mooie oplossingen gekomen. Misschien kunnen we straks wel enkele toetsen onder gewoon toezicht doen in plaats van cameratoezicht. Dat kan niet voor 400 man, maar bijvoorbeeld wel voor een LUC-klas van 20 studenten in een grote zaal op de Campus. Of we gaan door met het elektronisch afnemen van de tentamens, studenten nemen allemaal hun eigen laptop mee en maken onder fysiek toezicht de toets die dan ook elektronisch wordt nagekeken. Misschien blijven we na corona zelfs wel sommige tentamens online afnemen, waarom niet? Dat kan prima met openboektentamens, weten we inmiddels. Of we doen het hybride: een deel thuis, een deel fysiek. We hebben afgelopen jaar geleerd dat als we niet meteen in de remstand gaan staan, maar weloverwogen en rustig kijken naar de mogelijkheden, we goed werkbare oplossingen kunnen vinden.’
Wil je meepraten of reageren? Laat dan een reactie achter.